Genderwörterbuch: Kleinvermieter / Kleinvermieterin

Sie möchten das Wort »Kleinvermieter« geschickt und korrekt gendern? In diesem Wörterbucheintrag des Genderwörterbuchs finden Sie sämtliche möglichen Formen, Informationen zur Grammatikalität und mögliche alternative Formulierungen. Hilfe zu dieser Seite erhalten Sie hier.

Flexionsparadigmen (männl./generische und weibl./movierte Form):

♂	Singular	Plural
Nom	Klein­vermieter	Klein­vermieter
Gen	Klein­vermieters	Klein­vermieter
Dat	Klein­vermieter	Klein­vermietern
Akk	Klein­vermieter	Klein­vermieter

♀	Singular	Plural
Nom	Klein­vermieterin	Klein­vermieterinnen
Gen	Klein­vermieterin	Klein­vermieterinnen
Dat	Klein­vermieterin	Klein­vermieterinnen
Akk	Klein­vermieterin	Klein­vermieterinnen

Informationen zur Wortbildung (vereinfacht):

{Klein} + {Vermieter}

Geschlecht berücksichtigende (»gendergerechte«) Bezeichnungen:

Paarform:
👤 die Kleinvermieterin bzw. der -vermieter (Nom.), der Kleinvermieterin bzw. des -vermieters (Gen.);
👥 die Kleinvermieterinnen und -vermieter (Nom.), den Kleinvermieterinnen und -vermietern (Dat.)

Schrägstrichschreibung:
👤 der/die Kleinvermieter/-in (Nom.), *des/der Kleinvermieters/-in (Gen.)
👥 die Kleinvermieter/-innen (Nom.), *den Kleinvermietern/-innen (Dat.)

Klammerform:
👤 der/die Kleinvermieter(in) (Nom.), *des/der Kleinvermieters(in) (Gen.)
👥 die Kleinvermieter(innen) (Nom.), den Kleinvermieter(inne)n (Dat.)

Geschlechtsneutrale Bezeichnungen:

Partizipialform:
👤 der/die Kleinvermietende (Nom.), des/der Kleinvermietenden (Gen.), den/die Kleinvermietende(n) (Akk.);
👥 Kleinvermietende (Nom., stark), die Kleinvermietenden (Nom., schwach), den Kleinvermietenden (Dat.)

Kurzbezeichnungen (nicht amtlich):

Binnenmajuskel:
👤 der/die KleinvermieterIn (Nom.), *des/der KleinvermietersIn bzw. *KleinvermieterIn (Gen.);
👥 die KleinvermieterInnen (Nom.), *den KleinvermieternInnen bzw. *KleinvermieterInnen (Dat.)

Gendersternchen / Genderstar (nicht binär):
👤 der*die Kleinvermieter*in (Nom.), *des*der Kleinvermieters*in bzw. *Kleinvermieter*in (Gen.);
👥 die Kleinvermieter*innen (Nom.), *den Kleinvermietern*innen bzw. *Kleinvermieter*innen (Dat.)

Genderdoppelpunkt (nicht binär):
👤 der:die Kleinvermieter:in (Nom.), *des:der Kleinvermieters:in bzw. *Kleinvermieter:in (Gen.);
👥 die Kleinvermieter:innen (Nom.), *den Kleinvermietern:innen bzw. *Kleinvermieter:innen (Dat.)

Gendergap (nicht binär):
👤 der_die Kleinvermieter_in (Nom.), *des_der Kleinvermieters_in bzw. *Kleinvermieter_in (Gen.);
👥 die Kleinvermieter_innen (Nom.), *den Kleinvermietern_innen bzw. *Kleinvermieter_innen (Dat.)

Ausweichmöglichkeiten:

Ersatzformen (auf Basis bezogen) (nicht für Rechtstexte):
Kleinvermietende; die Hausvermietung

Umschreibungen (auf Basis bezogen) (nicht für Rechtstexte):
die Boote vermietende Person

Weitere Wörter zu dieser Basis:

Airbnb-Vermieter, Autovermieter, Bootsvermieter, Bürovermieter, Ex-Vermieter, Fahrzeugvermieter, Ferienhausvermieter, Ferienwohnungsvermieter, Flugzeugvermieter, Großvermieter, Hauptvermieter, Hausvermieter, Jetski-Vermieter, Lieferwagenvermieter, Liegestuhlvermieter, Privatvermieter, Privatzimmervermieter, Schiffsvermieter, Strandkorbvermieter, Untervermieter, Vorvermieter, Waggonvermieter, Wohnungsvermieter, Zimmervermieter, Zwischenvermieter

zurück zur Suche des Genderwörterbuchs

Statistische Angaben

Abgeschnitten haben die geschlechtergerechten Varianten in Bezug auf ihre Grammatikalität wie folgt (bezogen auf alle Kasus und Numeri):

Reali­sie­rungs­form	Beispiel	Reali­sie­rungs­grad
Paarform	die Kleinvermieterin bzw. der -vermieter
Schrägstrich­form	der/die Kleinvermieter/-in
Klammer­form	der/die Kleinvermieter(in)
Partizipial­form	der/die Kleinvermietende
Kurzformen	der*die Kleinvermieter*in
grammatisch falsch oder generisches Femininum (Ärzt*innen), bei Kurzformen von Dritten als korrekt postuliert

Diskussion